Alle leerlingen op de Parnassia kunnen profiteren van het basisaanbod. Voor het grootste gedeelte van de leerlingen is dit voldoende toereikend om zich goed te ontwikkelen. Uiteraard ontwikkelt elke leerling zich uiteindelijk op zijn/haar/diens eigen tempo. Ontwikkeling gaat soms sneller en soms langzamer. Dit kan per lesdoel of per activiteit verschillen. Op de meeste verschillen in ontwikkeling kan een leerkracht op de Parnassia heel goed inspelen d.m.v. het adaptieve aanbod via SNAPPET. Dit gebeurt al tijdens de lessen en gedurende het schooljaar. Omgaan met deze verschillen noemen we differentiatie.
Er zijn ook leerlingen die zich zodanig anders ontwikkelen dat er een extra of ander aanbod nodig is. We kennen 3 niveaus van ondersteuning:
1 – Ondersteuning binnen het basisaanbod door de leerkracht.
2 – Extra ondersteuning naast het basisaanbod door de leerkracht.
3 – Extra ondersteuning buiten de groep (individueel of in klein groepje) door een ondersteuner.
Elke leerkracht monitort dagelijks de kinderen in de groep door te observeren en door te checken of kinderen de aangeboden lesdoelen behalen. Kinderen die hierbij uitvallen of achterblijven krijgen extra instructie of herhaling (ondersteuningsniveau 1) binnen de groep.
Elke leerkracht heeft meerdere malen per jaar overleg met de intern begeleider. Hij/zij ondersteunt de leerkracht om samen met de leerling af te stemmen wat er extra nodig is om in ontwikkeling te blijven. Dit gebeurt binnen de groep (ondersteuningsniveau 2).
Er zijn leerlingen die vanuit extra (specifieke) ondersteuningsbehoeften een plan van aanpak krijgen (OPP - ontwikkelperspectief plan) waarin we als school beschrijven wat de stimulerende en wat de belemmerende factoren voor de leerling zijn, welke onderwijsbehoeften van belang zijn en wat de doelen zijn voor een langere periode. Hierbij krijgt het kind naast ondersteuning in de klas ook extra ondersteuning afgestemd op de leerling door een leerkracht, onderwijsassistent of leraarondersteuner (ondersteuningsniveau 3).